Sprinkhanen zijn herbivoren (planteneters). Ze eten vooral:
Bij voedseltekort kunnen sommige soorten ook andere insecten eten, maar dat is zeldzaam.
Sprinkhanen behoren tot de familie Acrididae (kortsprietige sprinkhanen).
Andere dieren in dezelfde orde (Orthoptera) zijn:
Sprinkhanen komen voor op alle continenten behalve Antarctica. Ze leven in:
Ze zijn goed aangepast aan droge en warme klimaten, maar sommige soorten leven ook in gematigde streken.
Sprinkhanen springen niet zomaar — het is een overlevingsstrategie. Hun krachtige sprongen helpen hen in verschillende situaties:
Sprinkhanen worden opgejaagd door vogels, reptielen, spinnen en kleine zoogdieren. Door snel en ver weg te springen, kunnen ze ontsnappen aan gevaar. Hun sprong is vaak onverwacht en moeilijk te voorspellen, wat hen een voorsprong geeft.
Sommige sprinkhanen gebruiken hun sprongen om zich snel te verplaatsen naar plekken met meer planten of gras. Vooral in droge gebieden moeten ze soms grote afstanden afleggen om voedsel te vinden.
Mannetjes springen vaak om vrouwtjes te bereiken, vooral tijdens het paarseizoen. Een goede sprong kan helpen om indruk te maken of om snel bij een vrouwtje te komen voordat een ander mannetje dat doet.
In hoge graslanden, struiken of rotsachtige gebieden is springen vaak efficiënter dan lopen of kruipen.
Sprinkhanen maken een ritmisch, krassend of tsjirpend geluid. Het klinkt een beetje als een zacht ratelen of een herhalend “tsjirp-tsjirp”, afhankelijk van de soort. Het geluid is vaak te horen op warme dagen, vooral in graslanden of velden.
Het proces heet stridulatie. Hierbij:
Sommige soorten gebruiken ook hun vleugels zelf om geluid te maken door ze tegen elkaar te wrijven.
Sprinkhanen hebben een speciaal gehoororgaan, het timpanaal orgaan (trommelvlies), dat zich bevindt op hun voorpoten. Hiermee kunnen ze:
Naast het aantrekken van partners:
Veel mensen denken dat sprinkhanen gewoon groen of bruin zijn, en dat ze altijd dezelfde kleur houden. Maar dat is niet helemaal waar. In werkelijkheid kunnen sommige soorten sprinkhanen hun kleur aanpassen aan de omgeving of omstandigheden.
De kleurverandering heeft vooral te maken met temperatuurregulatie en overleving:
Dit proces heet thermische kleurverandering.
Sprinkhanen zijn een belangrijke voedselbron voor veel dieren. Hier is een lijst van hun natuurlijke vijanden, verdeeld per groep:
Vogels zijn misschien wel de grootste vijanden van sprinkhanen:
Deze vogels gebruiken hun scherpe ogen om sprinkhanen te spotten en vangen ze vaak in de lucht of op de grond.
Reptielen jagen op sprinkhanen in warme gebieden, vooral in graslanden en woestijnen.
Deze dieren gebruiken hun lange tong om snel een sprinkhaan te grijpen.
Kleine zoogdieren eten sprinkhanen als onderdeel van hun gevarieerd dieet.
Deze kunnen sprinkhanen infecteren en verzwakken, waardoor ze makkelijker prooi worden.
Ja! Sprinkhanen hebben uitstekende ogen die hen helpen om te overleven. Ze kunnen bewegingen snel detecteren, vijanden op afstand zien, en zelfs kleuren waarnemen.
Sprinkhanen hebben twee grote samengestelde ogen (facetogen) aan de zijkanten van hun kop. Daardoor hebben ze bijna een 360 graden gezichtsveld.
Ja, sprinkhanen kunnen kleuren zien, maar niet precies zoals mensen.
De meeste sprinkhanen zijn volledig ongevaarlijk voor mensen en dieren. Maar er zijn een paar soorten die toxines gebruiken als verdediging tegen roofdieren. Dit maakt ze minder smakelijk of zelfs gevaarlijk voor bepaalde dieren.
Sprinkhanen produceren meestal geen eigen gif, maar sommige soorten kunnen toxische stoffen opnemen uit de planten die ze eten. Dit heet sequestratie — ze slaan de giftige stoffen op in hun lichaam.
Sommige natuurlijke vijanden van sprinkhanen kunnen negatief reageren op deze toxines:
Vaak leren dieren snel om giftige soorten te herkennen aan hun kleur of geur.
In de meeste gevallen: nee. Sprinkhanen zijn niet giftig voor mensen, zeker niet als ze uit veilige gebieden komen. In sommige culturen worden sprinkhanen zelfs gegeten als bron van eiwitten.
Maar:
1 Sprinkhaan
2 Grasshopper
3 Heuschrecke
4 sauterelle
5 cavalletta
6 saltamontes
7 gafanhoto
8 バッタ ( batta )
9 蚂蚱 ( màzhà ) woord genoemd aan kleine soorten
蝗虫 ( huángchóng ) woord genoemd aan groote soorten
10 메뚜기 ( mettu-gi )
11 græshoppe Het uitspraak is “grè-sop-pe“
12 gräshoppa
13 gresshoppe
14 heinäsirkka
15 engispretta
16 lóca
17 кузнечик ( kuznechik )
18 коник ( konyk )
19 टिड्डी ( ṭiḍḍī ) Het uitspraak is “tih-ddee“
20 חגב ( ḥagav ) Het uitspraak is “cha-gav“