De levensduur van een bladluis hangt af van de soort, de omgevingstemperatuur, en of het een vrouwtje of mannetje is. Over het algemeen geldt:
Gemiddelde levensduur:
Bladluizen voeden zich met plantensappen. Ze gebruiken hun zuigsnuit (een soort steeksnuit) om sap uit de floëemvaten van planten te zuigen. Ze geven de voorkeur aan:
Sommige soorten zijn gespecialiseerd in één plantensoort, anderen zijn minder kieskeurig.
Bladluizen behoren tot de orde Hemiptera (halfvleugeligen) en de familie Aphididae. Er zijn wereldwijd meer dan 5.000 soorten bekend.
Bladluizen komen voor op alle continenten behalve Antarctica. Ze leven in:
Ze zijn vooral talrijk in gematigde klimaten, maar sommige soorten kunnen ook tropische of droge gebieden overleven.
Bladluizen zijn misschien klein, maar ze hebben een grote invloed op de natuur. Ze kunnen zowel nuttig als schadelijk zijn, afhankelijk van de situatie.
Voedselbron voor andere dieren
Bladluizen zijn een belangrijke voedselbron voor veel dieren, zoals:
Onderdeel van het ecosysteem
Ze helpen bij het in stand houden van de natuurlijke balans. Door hun aanwezigheid stimuleren ze de populatie van nuttige insecten.
Samenwerking met mieren
Sommige mieren beschermen bladluizen in ruil voor honingdauw (een zoete vloeistof die bladluizen uitscheiden). Dit is een mooi voorbeeld van symbiose in de natuur.
Onderzoek en wetenschap
Bladluizen worden vaak gebruikt in wetenschappelijk onderzoek naar genetica, voortplanting en ecologie, omdat ze zich snel voortplanten en makkelijk te bestuderen zijn.
Schade aan planten
Bladluizen zuigen sap uit planten, wat kan leiden tot:
Verspreiding van plantenziekten
Ze kunnen virussen overbrengen van de ene plant naar de andere, zoals:
Snelle voortplanting
Omdat ze zich razendsnel kunnen vermenigvuldigen, kunnen ze in korte tijd een plaag vormen, vooral in kassen of op akkers.
Honingdauw en schimmels
De honingdauw die ze uitscheiden trekt schimmels aan, zoals roetdauw, die bladeren zwart maakt en de fotosynthese belemmert.
Bladluizen hebben een unieke manier van voortplanten: ze kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten. Dat betekent dat een vrouwtje geen mannetje nodig heeft om nakomelingen te krijgen. Dit proces heet parthenogenese.
Wat echt bijzonder is:
Als een jonge bladluis wordt geboren, zit er soms al een andere bladluis in haar lichaam! Dit komt doordat:
Dit heet telescopische voortplanting. Het is alsof je een poppenhuis in een poppenhuis in een poppenhuis hebt!
Niet alle bladluizen kunnen vliegen, maar sommige soorten ontwikkelen vleugels – vooral in bepaalde omstandigheden. Dit helpt hen om te migreren, nieuwe planten te vinden of te ontsnappen aan gevaar.
Bladluizen ontwikkelen vleugels in speciale situaties:
Deze gevleugelde bladluizen worden vaak “migranten” genoemd.
Bijna alle soorten bladluizen hebben gevleugelde vormen, maar alleen in bepaalde generaties. Enkele bekende soorten:
Deze soorten kunnen zich aanpassen en gevleugelde nakomelingen voortbrengen als dat nodig is.
Bladluizen hebben veel natuurlijke vijanden. Deze dieren helpen om bladluizen onder controle te houden in de natuur én in tuinen. Hier is een lijst van de belangrijkste jagers:
Mieren en bladluizen hebben een bijzondere samenwerking. In plaats van bladluizen op te eten, verzorgen sommige mieren ze juist – alsof het hun vee is! Dit gedrag heet mutualisme: beide dieren hebben er voordeel van.
Het lijkt een beetje op melken, maar dan met suikerwater in plaats van melk!
In ruil voor de honingdauw:
Niet alle mieren doen dit, maar veel soorten wel. Enkele bekende soorten zijn:
Ja, sommige mierensoorten eten bladluizen, vooral als:
Voorbeelden van mieren die bladluizen eten:
1 Bladluis
2 Aphid
3 Blattlaus
4 puceron
5 afide
6 pulgón
7 pulgão
8 アブラムシ ( aburamushi )
9 蚜虫 ( yáchóng )
10 진딧물 ( jinditmul )
11 bladlus
12 bladlus
13 bladlus
14 kirva
15 blaðlús ( blath-loes )